Op motorvakantie naar het Teutoburgerwoud
Als je een mooie en heuvelachtige streek voor je volgende motorvakantie zoekt, is het Teutoburgerwoud in Duitsland een uitstekende bestemming. De eerste glooiingen van dit bosrijke gebied beginnen niet ver van de Nederlands-Duitse grens, op zo’n 60 kilometer van Hengelo. Afhankelijk van waar je in Nederland op de motor stapt, kan je er dus vrij snel zijn. De regio is bovendien een aantrekkelijke tussenstop onderweg naar andere delen van Duitsland, zoals het Sauerland, de Harz, de Eifel, het Zwarte Woud of aan de Oostzee. Het Teutoburgerwoud is een laaggebergte en bevindt zich in de deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen. Met een lengte van 105 kilometer is het niet heel uitgestrekt, maar er zijn genoeg interessante bezienswaardigheden, toeristische locaties en goede mogelijkheden voor motorrijden. Het heuvelgebied ligt grofweg tussen de plaatsen Rheine en Horn-Bad Meinberg. Bij dit laatstgenoemde en meest oostelijk gelegen Teutoburgerwoud-stadje bereiken de heuvels hun hoogste punt. De toppen blijven echter altijd onder de 500 meter maar stijgingspercentages tot 18% zijn er te vinden bij de Köterberg en de Gauseköte. Dat het een geliefde regio is bij motorrijders voor een motorvakantie merk je aan de hoeveelheid motorhotels en motorvriendelijke hotels.
Waarom overnachten in een motorhotel in het Teutoburgerwoud?
Tijdens een vakantie op de motor in het heb je er altijd profijt van als je kiest voor een verblijf op een motorcamping of in een motorhotel, hier zijn doorgaans namelijk goede voorzieningen voor motorrijders. Zo beschikken veel ervan over een afsluitbare en overdekte parkeergelegenheid, een droogruimte voor motorkleding en een sleutelruimte. Omdat de eigenaar van een motorhotel meestal ook zelf motor rijdt, zijn vaak begeleide motoruitstapjes in de omgeving van het Teutoburgerwoud mogelijk. Zo kom je op plekken die je zelf niet zo snel zou ontdekken. En als er geen begeleide ritten op het programma staan, kan je in een motorhotel of op een motorcamping altijd wel informatie over leuke lokale motorroutes krijgen. Doordat de motorhotels en motorcampings zich richten op motorrijders weet je dat je veel gelijk gestemden treft. Contacten worden hierdoor snel gelegd en waardevolle tips gemakkelijk uitgewisseld.
Motorrijden over de Köterberg en de heuvelpas Gauseköte
Het motorrijden door het heuvelachtige landschap wordt gekenmerkt door kronkelende wegen door het platteland met op zijn tijd klimpartijen en afdalingen. Doordat het nergens heel extreem wordt, zijn het wegennetwerk en de heuvels geschikt voor motorrijders op alle niveaus. Om in één keer veel van de streek te zien kan je de 1000 Motorbochten Teutoburgerwoud motorroute rijden. Deze is 250 kilometer lang en begint en eindigt in Wallenhorst bij Osnabrück. De motorroute brengt je via slingerende landweggetjes over heuvels tot zo’n 200 meter hoog, met op de route plaatsen als Westerkappeln, Tecklenburg, Lengerich, Bad Iburg, Dissen, Borgholzhausen, Herford, Vlotho, Porta Westfalica, Minden, Hüllhorst en Ostercappeln. Tijdens je motorvakantie in deze streek mag je de oostelijker gelegen Köterberg niet overslaan. Met 496 meter is dit het hoogste punt van de Teutoburgerwoud-regio. De Köterberg ligt bij het gehucht Lügde. Via een in dit plaatsje beginnende weg met een stijgingspercentage van 14% rij je naar de top. Vanaf het uitzichtpunt kan je in het oosten en bij helder weer onder meer de bergen van de Harz zien liggen. Met name ‘s zomers is de Köterberg een populaire ontmoetingsplaats voor motorrijders, die zich er soms in groten getale verzamelen. Vijftig kilometer naar het westen ligt op de Landesstrasse 937 de 345 meter hoge heuvelpas Gauseköte. Op de Gauseköte kan je motorrijden met stijgingspercentages tot 18% en ook meteen over de aansluitende Fürstenallee cruisen.
Mooie natuurregio, externsteine en het Eggegebirge
Een deel van het Teutoburgerwoud is tot natuurgebied uitgeroepen. Deze heet het Natuurpark Teutoburgerwoud / Eggegebirge en omvat vooral de oostelijke helft van de streek. Met 2750 vierkante kilometer is het een van de grootste Duitse natuurparken. Omdat het landschap beschermd is, is motorrijden hier echter niet overal mogelijk. In plaats daarvan ligt er door het natuurgebied voor 2000 kilometer aan wandelpaden. Je kunt je motor achterlaten op de parkeerplaats van het Hermannsdenkmal bij het plaatsje Schling. Het Hermannsdenkmal is een in 1875 op de Grotenburg-heuvel opgericht en niet te missen standbeeld voor de Germanenleider Arminius, die in het jaar 9 de Romeinen versloeg. De heuvel is onderdeel van het 150 kilometer lange wandelpad Hermannsweg, dat begint in Rheine en eindigt op de 464 meter hoge Velmerstot bij Leopoldstal. Bezienswaardigheden op de route zijn onder andere de tientallen meters oprijzende rotsen van Externsteine, de Dörenther Klippen en de opmerkelijk gevormde rotsformatie Hockendes Weib. In de buurt ligt ook de Barnacken-heuvel, die tot 464 meter reikt.
Bielefeld, Osnabrück en Detmold
De grootste stad in de streek is Bielefeld. Een bekende bezienswaardigheid is de op 180 meter gelegen kasteelruïne Sparrenburg. Deze bevindt zich in Bielefeld en wordt omringd door een park. Eind juli herleven hier tijdens het Sparrenburgfest de middeleeuwen. Vlakbij ligt de Alter Markt, waaraan de Altstädter Nicolai-kerk en andere historische gebouwen staan. Net buiten de stad kan je de uitkijktoren op de 312 meter hoge Hünenburg bezoeken. Bezienswaardigheden in het noordelijkere Osnabrück zijn onder meer de Domkerk en de oude gevangenistorens. De hoogste heuvel is de Piesberg van 188 meter. Een deel van dit voormalige mijnbouwgebied is omgetoverd tot een natuurpark met mooie wandelroutes. Verder kun je er geregeld ritten met een oude stoomlocomotief maken. Ten zuiden van Bielefeld ligt het kleinere Detmold. In het centrum van dit stadje wisselen monumentale panden, oude kerken en schilderachtige vakwerkhuizen elkaar af. Meer daarvan is te zien in het Freilichtmuseum Detmold, een openluchtmuseum waar zo’n honderd historische woonhuizen, boerderijen en molens uit de regio zijn verzameld en opnieuw opgebouwd.
Tecklenburg en kleinere plaatsen rond het Teutoburgerwoud
Een charmant dorp waar je bij een motorvakantie in het Teutoburgerwoud zeker even naartoe moet rijden is Tecklenburg. Het heeft een fraai middeleeuws centrum met vakwerkhuizen, terwijl op de 170 meter hoge Burgberg de ruïne van het Tecklenburg-kasteel over het plaatsje en de omgeving uitkijkt. Bad Iburg ligt oostelijk van Tecklenburg en staat bekend om zijn kuuroorden. De belangrijkste bezienswaardigheid is het kasteel met de bijbehorende Benedictijner-abdij. Een deel is als museum ingericht en bij het complex ligt ook een siertuin van 3500 vierkante meter. Op de 330 meter hoge Dörenberg ten noorden van Bad Iburg zijn wandelroutes uitgezet en is een uitkijktoren. Het plaatsje Horn-Bad Meinberg is populair vanwege zijn vakwerkhuizen, parken en het tegenwoordig als museum fungerende middeleeuwse kasteel Burg Horn. Het wat grotere Wiedenbrück heeft een mooi historisch centrum met een groot aantal vakwerkhuizen en enkele eeuwenoude kerken.
Motormusea in de regio van Teutoburgerwoud
Bij een vakantie in een motorhotel kan je in de directe omgeving twee motormusea met een uitgebreide collectie bezoeken. Het noordelijke Ibbenbüren heeft het Motorrad-Museum Ibbenbüren. Hier staan ruim 180 motoren opgesteld, variërend van een Hochrad uit 1882 tot een Münch Mammut 1200 TTS van rond 1975. Het motormusea is van april tot en met oktober in het weekend en op feestdagen geopend. Ongeveer 65 kilometer naar het zuidoosten is in Harsewinkel het Motorradmuseum Beckmann gevestigd. Deze privéverzameling omvat tweehonderd motoren met bouwjaren tussen 1898 en 1960. Je kunt ze op zondagen van april tot oktober en op afspraak bezichtigen.